donderdag 10 april 2025

Hier staat niks. Schrijf iets nieuws, dat die wette lijke economische bedrijfsdode verstarde domheid doorbreekt .. hoeveel mensen kijken naar de wet in het leven, hoeveel mensen lezen een wet en onthouden daar iets van .. geschifte gestoorden en andere rand debielen en het biedt geen verweer tegen liegende laffe ijdele verwaande verrotte doodse smerige stupide trumpoetin en andere moordende ouwe krengetjess

 Frank Kalshoven: de naakte ambtenaar (uit 2000-2007)

De directeur van de Wim Drees Stichting voor Openbare Financiën (in oprichting) bedankte mij per brief in september hartelijk voor mijn bereidheid een bijdrage te leveren aan het Symposium 'Kaasschaaf of fileermes: naar een doelmatige Rijksoverheid'.

Mijn opdracht: 'In een uiteenzetting van maximaal 5 minuten zo specifiek mogelijk aan te geven hoeveel er kan worden bespaard op de mensen en middelen die bij de Rijksoverheid bezig zijn met beleidsontwikkeling.' Ik werd verzocht mijn opvatting te motiveren. En toen kwam het zinnetje waarvan ik opstandig werd: 'Het symposium gaat uitsluitend over beleidsontwikkeling en niet over de uitvoering.'

En dus heb ik me vorige week vrijdag in de prachtige Haagse sociëteit De Witte enigszins misdragen door te betogen dat wie een doelmatige overheid nastreeft, dit soort zinnen niet moet opschrijven. De hierin besloten scheiding tussen denken en doen - dat is nu precies wat er mis is in de Nederlandse publieke sector. We moeten afscheid nemen van de beleidsambtenaar: we hebben, als u prijs stelt op grote woorden, behoefte aan een Pragmatsche Revolutie.

Ik verklaar mij nader. Aan de vraag aan hoeveel beleidsambtenaren een overheid behoefte heeft, gaat de vraag vooraf waarvoor de overheid die beleidsmakers wil gebruiken. En daaraan vooraf gaat de vraag welke soort maatschappelijke problemen dominant zijn. Welnu, Nederland kent weinig beleidsproblemen en veel hardnekkige uitvoeringsproblemen. Denk aan de WAO en het onderwijs, aan politie en justitie, aan de uitvoering van de Bijstand, de toestand in de zorg en de inburgeringscursussen voor immigranten. Over de problemen in die delen van de publieke sector wordt vaak jarenlang gepraat en gedacht door beleidsambtenaren op ministeries, er wordt over vergaderd met partners uit het toepasselijke middenveld, er wordt geruzied over de uitkomsten van onderzoek van particuliere onderzoeksbureaus en denkertjes van planbureaus en adviesraden. En in de praktijk verandert er niet veel. Die toestand doet sterk denken aan het bedrijfsleven in de jaren tachtig. Bij de typische grote onderneming in die tijd lag de kracht en de macht bij omvangrijke stafdiensten, gehuisvest in grote hoofdkantoren. Bij die conglomeraten van ondernemingen waren de werkmaatschappijen - waar producten of diensten werden gemaakt voor klanten - van ondergeschikt belang. Uitvoerders waren het. De denkers zaten in de staf. In het bedrijfsleven is aan deze toestand hardhandig een einde gemaakt. Want het werkte niet. Het zwaartepunt van ondernemingen verhuisde naar de plek waar de actie is. Werkmaatschappijen moesten - binnen heldere randvoorwaarden - hun eigen strategie ontwikkelen. Dat had evidente voordelen. Directies van werkmaatschappijen hebben een informatievoorsprong op stafdiensten: ze kennen zowel de klanten als de producten beter. Binnen een werkmaatschappij is bovendien meer passie en betrokkenheid. Denken en doen komen uit één lijf. En niet in de laatste plaats: de lui uit de praktijk worden veel minder vaak afgeleid door domme vragen van de staf, hun knellende voorschriften en hun tijdrovende ambtelijke procedures. Hoofdkantoren van de beste ondernemingen zijn inmiddels piepklein, bevolkt door goede mensen die dienstbaar zijn aan de werkmaatschappijen, controle uitoefenen op bereikte resultaten, en zich overigens, als daar behoefte aan is, bezighouden met de groeistrategie van de holding.

De beleidsambtenaren van de rijksoverheid zijn de stafmedewerkers van het bedrijfsleven van destijds. En ik vermoed dat de publieke sector beter zou marcheren als ook hier de pikorde wordt omgedraaid: 'uitvoerders' moeten belangrijker zijn dan 'beleidsmakers'. Directeuren van Sociale Diensten, hoofdcommissarissen van politie, (agenten en uitvoerders meer dan de dikke deur en de hoofd (wel)commissaris) ziekenhuis- en schooldirecteuren (verplegers, dokters, leraren)  - dat zijn de mensen die als beste weten welke problemen er spelen en welke maatregelen het effectiefst bijdragen aan het oplossen ervan. Als je erover gaat nadenken is het eigenlijk nogal potsierlijk dat we, zeg eens, een nieuwe Bijstandswet laten bedenken door doctorandussen op Sociale Zaken die bij wijze van spreken nog nooit een Sociale Dienst van binnen hebben gezien, terwijl de betrokken directeuren hooguit een keer wordt gevraagd of een en ander ook uitvoerbaar is - en dan nog niet eens direct, maar via een of andere branche-organisatie waar het dan weer welig tiert van de beleidsmedewerkers. Draai het om: laat de directeuren van de drie beste Sociale Diensten een nieuwe wet maken, en een ambtenaar van Sociale Zaken mag secretaris zijn.

Heus, ik weet het, de overheid is geen bedrijf. En Nederland is geen vennootschap. De prestaties van publieke diensten zijn niet zo eenduidig meetbaar als die van werkmaatschappijen van ondernemingen. En er is ook nog zoiets als het politieke primaat. Kortom, er liggen beren op de weg. Maar laten we eens beginnen met een mentaliteitsverandering; alle respect voor inzet en vakmanschap van beleidsambtenaren, maar prestaties van uitvoerders zijn het allerbelangrijkst. Praten over problemen wordt gewaardeerd, maar kwesties oplossen wordt hoger aangeslagen. En een mens congresseert dus niet 'uitsluitend over beleidsontwikkeling en niet over uitvoering', want dan verdoet dat mens zijn tijd. Goed. Tijdens de geanimeerde discussie in Den Haag werd duidelijk dat van de 120 duizend rijksambtenaren er tienduizend werken als beleidsambtenaar. Begin eens met de helft. (Bij mijn weten is meer dan de helft bij de rijksoverheid beleidsambtenaar of erger, in een verstikkende verstarde doodse hiërarchie, manager of directeur-gener aal). 

Een ander groot gevaar is dat die ex-beleidsambtenaren in de uitvoering een leidinggevende functie krijgen en de basisbeginselen van behoorlijk bestuur niet kennen. Ze zitten een vakman, een uitvoerder, in de weg en zij bezondigen zich aan management by hypocrisy en onkunde.

Champignon management: feed them shit and keep them in the dark


Saturday, February 10, 2007

Nederland bestaat niet

De Amerikaanse econoom Paul Krugman schept veel genoegen in het bekitiseren van andermans onnozele opinie over economie, van Jacques Delors, via Clinton tot en met Bush. Zijn tegenstanders treffen het niet. Krugman, eind veertig, wordt beschouwd als de beste econoom van zijn generatie.

Krugman schrijft dat het spannend is internationale handel af te schilderen als een strijdperk waar landen of regio’s elkaar bevechten. Alsof landen, net als bedrijven, met elkaar in concurrentie zijn. Maar deze voorstelling van zaken is foutief. Zijn slogan luidt: “een land is niet net zoiets als een bedrijf”. Betekent een groter marktaandeel voor het ene bedrijf doorgaans een kleiner aandeel voor het andere (de winst van de een is het verlies van de ander), bij internationale handel profiteren beide landen.

Dat heet het leerstuk van de comparatieve voordelen. Neem twee landen. Beiden hebben twee productiesectoren waarin alleen met arbeid wordt geproduceerd. De arbeidsproductiviteit is in beide sectoren van land A hoger dan in die van land B. Land A heeft dus een absoluut voordeel in de productie van beide landen. Toch zullen de landen waarschijnlijk handel met elkaar drijven omdat de lonen in het minder productieve land B lager zijn dan in land A. Land A zal zich toeleggen op de productie van het goed waarin het, vergeleken met land B, het beste is.

Dit leerstuk, geformuleerd door de Nederlandse/Engelse econoom David Ricardo, geeft niet alleen een verklaring voor het bestaan van handel. Het toont bovendien aan dat handel door de bank genomen voor beide landen gunstig is. Werknemers van beide landen kunnen meer consumeren met dan zonder handel (consuminderen ? valt dat niet na te streven ? Hoe minder bezit, hoe minder gebonden ?).

Zo stellen veel simpele zielen dat de wereld uiteenvalt in drie blokken -Noord-Amerika, Europa en Azië inclusief Japan- die elkaar op leven en dood beconcurreren. De winst van het ene blok zou het verlies van het andere zijn. Nooit van comparatieve voordelen gehoord. Economische groei in de tweede of derde wereld is niet schadelijk voor de eerste wereld.

Juristen, historici, politic- en sociologen (Marcel van Dam, Rutte, Verhagen, Cerfontaine) geven ter zake vrolijk hun mening en begrijpen economische of technische fundamenten niet. Krugman geeft aan dat in het publieke debat de slechte ideeën (angst (aanjagen)) van niet-economen de goede ideeën verdringen.
Charlatans zoals bovengenoemden worden minder beschroomd naarmate de massa niet-geschoolde commentatoren groeit. Angstverhalen klinken vaak overtuigender dan echte analyse. Echte economische analyse is nu eenmaal intrinsiek ingewikkeld. Cerfontaine, Rutte, en anderen zaaien geregeld paniek over concurrentie en de bedreiging voor Nederland en Europa van goedkope Aziatische import. Bovendien gebruiken ze een term als “bv Nederland”. Beide gedragingen zijn door Krugman strafbaar gesteld.

Overigens kinderachtig, mannetjes of vrouwtjes van boven de 30 die nog altijd zo nodig de beste moeten zijn of het meeste moeten verdienen. Pathetisch, al die rancune, jaloezie en kleinzieligheid die geld en hebzuchtucht met zich meebrengen. Doe datgene waar je plezier in hebt vaak en goed. Make love not war. Samenwerking, geen concurrentie van concullega’s als teveel ratten of varkens in een kooi, die elkaar dood bijten). 

Piet Vroon : Managen : beheersen 

Het maken van machines droeg bij aan het idee dat de wereld als voorspelbaar en beheersbaar apparaat functioneert. Die gedachte vinden we terug in uitdrukkingen als “maakbare samenleving”, een “beheersbare organisatie”, en een “geleide economie”.

De beheersingsgedachte is voor veel managers en bestuurders een motief om kil cynisme aan de dag te leggen en hun medemensen zo onbeschoft mogelijk te behandelen. Zij zijn immers “de baas” en hebben de zaak “in de hand”. Mannen hebben daar trouwens meer last van dan vrouwen en gelovige mensen vertonen deze “illusie van controle” gemiddeld gesproken vaker dan agnosten of atheïsten.

Het woord “illusie” is hier op zijn plaats. Veel systemen functioneren in de werkelijkheid niet op basis van regeltjes en zijn evenmin via regels beheersbaar. De rijksoverheid smijt naar schatting per jaar vijftig miljard EUR weg aan zinledige activiteiten en beleidsnota’s die op niemand indruk maken.

Over de manier waarop je organisaties zou kunnen organiseren bestaat interessante literatuur, bijvoorbeeld van Ricardo Semler en D. Quinn Mills. Essentieel in bedrijven is dat mensen het naar hun zin hebben in hun werk, dat zij in de gaten hebben wat er in hun omgeving aan de hand is, dat zij een gevoel ontwikkelen voor wat de markt “wil” en dat zij tevens de mogelijkheid hebben veranderingen door te voeren. Dat kan alleen als een hiërerachisce organisatie met een loodzware quasi-beheersende top wordt vervangen door een kleinere “plat” georganiseerde clubjes met grote verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Als je het bedrijf goed wil laten inspelen op de markt, moet je ook de besluitvorming in belangrijke mate leggen bij mensen die het meeste contact hebben met de markt en dat is als regel niet de “manager”. Als je iemand bepaalde taken geeft, dan moet je ook de daarbij passende verantwoordelijkheden bij diezelfde persoon leggen, en niet de taak en verantwoordelijkheid over verschillende afdelingen splitsen.
En als je wilt dat iemand het gevoel krijgt dat zijn gedrag ergens goed (of slecht) voor is, dan moet je dat tot uitdrukking brengen door mensen de consequenties van hun doen en laten te laten ervaren, tot en met een maandelijks uitgekeerde winstdeling. Tenslotte kan persoonlijke verantwoordelijkheid slechts vorm krijgen als talloze dodende regels worden afgeschaft. Wie immers een reglement heeft, verzint niets meer en neemt geen initiatieven.
Ook de rol van de “manager” is in een dergelijke organisatie een heel andere; hij is geen “toezichthouder” en “regelgever” (u dient…), maar een soort coach die bij voorkeur geen eigen kamer heeft en daardoor er soms achter komt wat er in zijn bedrijf allemaal gaande is. En medewerkers worden steeds meer hun eigen coach, nu ze vaak (altijd ?) beter weten wat er moet gebeuren dan de “manager”.
Deze organisatievorm is te prefereren. Werknemers worden liever serieus genomen dan dat zij slechts geacht worden blafmemo’s te lezen en ontslag van een groot aantal yuppen met lease-auto’s maakt de bedrijfsvoering goedkoper; beslissingen worden beter genomen en sneller uitgevoerd doordat degene die de besluiten neemt ze ook in daden omzet, en zo kunnen we nog een hele waslijst geven.

Piiet Vroon in 1990


Ronald Plasterk: kwaliteit

Kwaliteitsbeleid

De Robeco Groep beheert een vermogen van 90 miljard gulden. Voor een groot deel is dat spaargeld van particulieren en voor een deel van institutionele beleggers, dus dat zijn onder meer onze pensioenen. Wat blijkt: ze leveren geen kwaliteit !

In NRC Handelsblad stond onlangs een advertentie van een kwart pagina waarin een “medewerker kwaliteit” werd gevraagd. Dit is namelijk de nieuwe gekte in managersland: kwaliteitsbeleid.

De jongens met de aluminium-koffertjes hebben weer een avondcursus teveel gevolgd, met een slecht of misschien zelfs helemaal niet vertaalde reader van een Amerikaanse goeroe. Je zou natuurlijk denken dat in een fatsoenlijk bedrijf iedereen zijn werk kwalitatief goed doet; je stelt ook geen “medewerker intelligentie” aan. De uitvoerende medewerkers doen hun werk goed, dus de caissières van Robeco tellen uw spaargeld goed na, en de bazen geven kwalitatief goed leiding aan de uitvoerders. Wat moet je dan met kwaliteitsbeleid ?

Maar laten we niet te snel oordelen, en er de advertentie eens op nalezen: “De afdeling heeft tot taak: het verbeteren van de kwaliteit van de interne bedrijfsvoering van PRN (Particuliere Relaties Nederland) door middel van Total Quality Management en het ontwikkelen en uitvoeren van opleidingsbeleid PRN. De functie richt zich ook op het formuleren van het kwaliteitsbeleid. TQM principes vormen hierbij het belangrijkste uitgangspunt. Activiteiten zijn: het uitvoeren van activiteiten zoals geformuleerd in het (jaarlijks te produceren) TQM stappenplan. Daartoe behoren onder meer: het schrijven van plannen, evaluaties, voorstellen, informatiebulletins: het begeleiden van groepsprocessen; het leiden van verbeterprojecten, het functioneren als klankbord voor het management, het selecteren van geschikte externe kennispartners.”Men zoekt uiteindelijk voor deze aalmoezeniersfunctie iemand met ervaring met TQM-modellen zoals NKP/EFQM. Wat dat is, NKP/EFQM, wordt niet meer vermeld. Ook wat dit betreft lijkt de kwaliteitssekte op de middeleeuwse jezuïeten die zich bedienden van de Latijnse geheimtaal, die als belangrijkste voordeel had dat hij door buitenstaanders, door gewone mensen, niet werd begrepen. Dit zijn de moderne Savonarola’s, die als klankbord van het management mogen dienen.

Nu zou je je schouders op kunnen halen, concluderen dat het management bij Robeco collectief een beetje de klus kwijt is, maar helaas is de ziekte al te ver doorgekankerd om haar niet serieus te nemen. Een bekende van me leidt een afdeling van een gezinsvoogdij-instelling, waar ze met een groep maatschappelijk werkers de gezinsvoogdij uitvoert voor kinderen die onder toezicht zijn geplaatst door de rechtbank. Zwaar werk, met één groot probleem: per kind is er zo veel te doen dat er een structureel personeelstekort is. De medewerkers moeten in een minimum aan tijd proberen ontwrichte gezinnen weer enigszins op het spoor te helpen zetten, de kinderen uit de criminele sfeer houden, en de ouders te helpen de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van hun eigen kinderen weer te nemen. Samen met haar collega-afdelingshoofden probeert ze natuurlijk bij haar directie extra geld voor personeel los te krijgen, om zo goed mogelijke kwaliteit te kunnen leveren, dus zo veel mogelijk aandacht voor de kinderen en hun ouders.

Maar ze wordt door de directie geconfronteerd met de financiële grenzen die er natuurlijk ook zijn.Totdat onlangs de directie haar vertelde voornemens te zijn een dure functionaris kwaliteitsbeleid aan te stellen. Zij heeft de enige juiste reactie gegeven aan de directie: die medewerker, die nota’s gaat schrijven en stappenplannen en evaluaties, en die de toch al schaarse uitvoerende werkers van hun werk gaat zitten houden, die medewerker hoef ik niet. Het liefst heb ik voor datzelfde geld twee uitvoerende medewerkers erbij, en als dat niet kan, dan liever niets.

Gebakken lucht heeft elke keer weer een nieuwe verschijningsvorm. Jezuïeten, New Age, TQM-modellen zoals NKP/EFQM. Misschien is het verstandig dat we allemaal voorlopig even onze spaarcenten bij Robeco weghalen totdat er weer een management zit dat zonder klankbord zelf in staat is om kwaliteit te leveren. Maar het belangrijkste lijkt me dat iedereen waakzaam blijft. Als er iemand aanbelt met kwaliteitsbeleid en zijn aluminium-koffertje tussen de deur zet: geef die koffer een schop en jaag die zendeling weg !

Ronald Plasterk

Intermediair 1997.

Verschrijver: en nu in het bovenstaande artikel in plaats van "kwaliteit": juridische, politiek(e geschriften), sociologi(e sche geschriften), politicologi(e sche geschriften), dure adviesbureau's gesch(r)iften, heel veel "managementprietpraat", beleidsnota's enzovoorts invullen.

Organisaties 

Onlangs lag bij een kopieerapparaat een titelblad waarop stond: “de lerende organisatie”. Dat is een misverstand: de meeste organisaties zijn zo opgezet dat zij niets kunnen leren. De boel zit in elkaar op een manier die strijdig is met de wetten waaraan het menselijk gedrag gehoorzaamt.

Een hoogleraar bedrijfskunde vroeg zich af waarom individuen vaak intelligent handelen, en waarom bij grote groepen bijna altijd sprake is van een soort verstandeloosheid die wordt vertaald in rare beslissingen.
Zo hebben we bij bedrijven (en niet in de laatste plaats ziekenhuizen) de neiging te denken “hoe groter, hoe beter.” Vaak (altijd) is het omgekeerde het geval. Grote organisaties splitsen verantwoordelijkheden, men kent elkaar slecht, het geld zit in een verborgen naamloze pot, en het “management” heeft de neiging om alles in de hand te houden door middel van talloze reglementen die hoofdzakelijk overtreden worden.

Een man die in ons land op een vergelijkbare manier als Ricardo Semler te werk ging, is E. Wintzen. Hij leidt een bedrijf dat 25 jaar geleden begon als een eenmanszaak en 10 jaar geleden 3500 mensen telt. Wintzen heeft de wind mee gehad, maar dat geldt ook voor veel concurrenten die inmiddels failliet gingen of stil bleven staan. In het blad Economische Statistische Berichten zette Wintzen zijn visie nog eens uiteen.

In gezinnen en kleine groepen is het vanzelfsprekend dat onze taken gekoppeld zijn aan onze verantwoordelijkheden. Mensen functioneren goed als zij weten waarvoor zij moeten zorgen en als zij resultaten van hun handelen kunnen zien. In bedrijven en organisaties is dat niet anders. De werknemers moeten iets ervaren van het verband tussen hun gedrag en de lotgevallen van het bedrijf. “Het sloepenmodel” kan dat principe illustreren.
Op een groot schip heeft elk bemanningslid een taak die in het oog wordt gehouden vanuit de bureaucratie. Als het schip vergaat, stapt men in kleine aantallen in een sloep, wat betekent dat het verband tussen taak en verantwoordelijkheid opeens zowel hel anders als veel duidelijker wordt.
Schoonmaakbedrijven zijn ook een illustratie. Soms zorgt een persoon voor de vloeren, de ander voor de asbakken, de derde persoon reinigt de vensterbanken. Het resultaat is vaak dat slecht werk wordt afgeleverd. Dat wordt beter als één persoon de verantwoordelijkheid krijgt voor de hele kamer. Zo’n type taak heeft ook als voordeel dat het resultaat gemeten kan worden, wat binnen een grote organisatie vaak nauwelijks mogelijk is.

Om dit soort redenen heeft Wintzen zijn bedrijf opgedeeld in tientallen kleine werkmaatschappijen die vrijwel zelfstandig zijn. Een groot bedrijf bestaat dus als het ware uit veel kleine bedrijfjes. Stafafdelingen zoals personeelszaken en marketing bestaan niet. Dat is ook niet nodig: elke “cel” of “sloep” zoekt het maar uit en zorgt ervoor dat hij/zij overleeft in een raamwerk van algemene ideeëen. Elke maand komt men bijeen en bespreekt hoe de vlag erbij staat. In een groot bedrijf kom je er eventueel pas na veertig jaar achter dat de boel is vastgelopen (philips).

Dit principe leent zich voor meer toepassingen. De kredietverlening bij banken is in de handen gelegd van een aantal groepjes die elkaar adviseren. Het gevolg is dat een mislukking altijd afgewenteld kan worden en dat niemand ten volle verantwoordelijk is voor kredietverlening. Aan het besluit zijn immers nog tal van mensen te pas gekomen.Van fouten wordt in dit geval niets geleerd doordat niemand de fout ervaart als consequentie van zijn handelen.
Ook de (rijks) overheid is een voorbeeld, te meer omdat hier nog een probleem speelt. In geval van slecht management en geldwegsmijterij is er immers niets aan de hand. De hoeveelheid geld is bijna oneindig. Denk aan het gemak waarmee miljarden worden binnengesleept door accijnzen een dubbeltje te verhogen.
Wat te doen ? De rijksoverheid opblazen en vervangen door kleine eenheden ? Misschien wel, met bewaking van behoorlijk bestuur en het wegsturen van leidinggevenden die niet functioneren. Ook de universiteiten horen in dit rijtje thuis. Ze zijn te groot. Hef ze op of maak er kleine eenheden van.

Maar helaas, omdat bijna iedereen dol is op macht over zoveel mogelijk mensen, zal er niets gebeuren. Dat is jammer van de verspillingen van rond de vijftig miljard EUR die ontstaan doordat niemand geconfronteerd wordt met de consequenties van zijn of haar daden.

Management 

Managers zijn muisgrijze mannen die het land veelal onveilig maken in muisgrijze BMW’s of zwarte Mercedessen. Zo nu en dan komen zij wegens het naar de ondergang voeren van een bedrijf op televisie, waarna ze worden heengezonden met een miljoen aan contanten. Dit beeld is misschien eenzijdig, maar iedereen heeft nu eenmaal zijn beperkingen.

Er bestaan over management bijzondere ideeën. Ricardo Semler heeft een onderneming waarin de werknemers hun eigen werktijden bepalen, zij hebben over alles iets te vertellen en tal van functionarissen stellen hun eigen salaris vast. Bij vacatures wordt niet geadverteerd. Opengevallen plaatsen dreigen bezet te worden door 300 sollicitanten. Semler heeft dat voor elkaar gekregen op grond van drie principes: medezeggenschap, winstdeling en informatie.

Medezeggenschap is vaak een holle frase. De bedrijven zijn vaak te groot en te bureaucratisch om daar iets van te kunnen maken. Semler schrijft, zeer terecht, dat de mens al tienduizenden jaren heeft overleefd door slechts in beperkte kring samen te werken. Hij haakt daarop in door zijn onderneming of de fabrieken op te delen in vrij kleine eenheden. Het resultaat is een veel grotere inzet van de mensen en een forse stijging van de produktiviteit. Een enkel bedrijf in ons land heeft die filosofie ook en groeit tot dusver ook heel snel.

In de tweede plaats veranderde Semler de organisatiestructuur. De organisatie is zo “plat” als een dubbeltje; hij kent dus heel weinig hiërarchie. Mensen worden pas bevorderd als hun medemensen dat goed vinden, en twee keer per jaar worden wederzijdse functioneringsgesprekken gehouden, die kunnen leiden tot het een stapje terug doen van een leidinggevende.

Toen de fabriek of de onderneming verplaatst moest worden, ging het personeel de bus in en koos de op te kopen locatie. Waarom ? De werknemers of de echte werkers moeten het in de eerste plaats naar hun zin hebben. Het gevoel dat men zelf een belangrijke beslissing had genomen, ging samen met een verdrievoudiging van de produktiviteit in vier jaar. Semler gaat nog veel verder. Bij dienstreizen mag men op eigen gevoel van verantwoordelijkheid afgaan en 100 of 200 dollar per etmaal declareren. De kleine kas wordt niet op fraude gecontroleerd omdat je niet 99 procent van de mensen moet vernederen ter wille van een sporadisch geval van diefstal. Na een dienstverband van een paar jaar moet van functie worden gewisseld en nieuwkomers krijgen zelfs geen taak. Zij moeten een flink aantal werkterreinen beproeven en daarna pas een keuze maken.

Zoals aangestipt komen Semlers ideeën voort uit de evolutietheorie. Mensen dragen een heel lange geschiedenis in zich; 99,9 % van de tijd waren wij jagers in kleine groepen. Als je een mammoet zag, had je geen tijd om een leider te benoemen, een organisatieschema op te stellen, laat staan een praatgroep te beginnen. De jagers hadden er bovendien geen zin in te bekvechten over de vraag wie het dier zou doden; iedereen at immers mee. Analoog bestaan Semlers bedrijven uit kleine groepjes, waar de winst iedereen toekomt. Er zijn steeds minder “leiders” of mensen die denken dat ze “leider” zijn.

Een afdeling krijgt een bedrag en zoekt het maar uit. Gelijk delen is steeds het besluit. De “manager” (voor zover aanwezig) krijgt geen cent meer, net zo min als hij indertijd meer van de mammoet kon eten. Op de behoefte van de mensen om snel resultaten van hun gedrag te zien wordt ingeschoten door de winstdeling vele malen per jaar uit te keren. Bovendien krijgen alle medewerkers elke maand de hele boekhouding te zien, met inbegrip van alle salarissen. Begrijpt u niet wat er allemaal staat ? Daar is een snelcursus voor. Als “hoge” functionarissen zich voor hun openbaar gemaakte salaris generen, vinden zij waarschijnlijk dat zij overbetaald worden, aldus Semler, en zoeken zij vanzelf een andere functie in het bedrijf. Meestal zorgen de medewerkers daarvoor en het “management” neemt almaar af in de onderneming van Semler. Steeds minder managers.
De administratie is in zoverre overzichtelijk, dat de kostenplaatsen van 400 zijn verminderd tot 50. Een afdeling marketing bestaat niet. Marketing is ieders probleem. Iedereen kent de kosten, iedereen heeft een maandelijkse balans en iedereen weet dat een kwart van de winst voor hem/haar is. Klaar.

Een ambtenaar directeur bij de rijksoverheid verdient in schaal 16 ongeveer 100.000 EUR bruto per jaar, een juf of meester op de basisschool verdient 25.000 EUR. Het moet eenvoudiger worden om werkers te belonen en niet productieve mensen qua betaling te verlagen.... Die salarisstructuur moet andersom, een juf op de basisschool en andere echte werkers en doeners verdienen 45.000 EUR, "leidinggevenden" en vele ambtenaren verdienen 30.000 EUR.

Piet Vroon in 1990 


Is Kant riskant ?

Kort na oplevering van de nieuwe Maasbrug in Rotterdam (de Zwaan) mocht ik in het televisieprogramma van Hanneke Groenteman met de architect ervan discussiëren. Nietsvermoedend heb ik hem toen zelfs enkele vragen over de tuidraden gesteld. Ook voor en na de uitzending heb ik uitgebreid met hem gesproken. Het is een bijzonder aardige, haast aandoenlijke, ietwat kinderlijke jongeman. Er is bijna niets mis met hem, maar ik constateerde toch één weeffoutje: hij leest graag filosofen en gelooft dat zulke subsidieschrokkers iets te zeggen hebben.

Is dat weeffoutje nu verantwoordelijk voor zwiepende tuidraden ? Ik ben bang van wel.
Mijn ervaring is: wie wijsbegeerte omhelst, ontbeert nuchterheid.

In mijn jonge jaren heb ik ook uitvoerig geliefhebberd in de wijsbegeerte. Hartstochtelijk las ik de “grote” filosofen. Aan de Leidse universiteit heb ik filosofiecolleges gevolgd, o.a. bij de onlangs overleden Van Peursen-de man die steeds onder een andere titel dezelfde lezing hield (! Verschrijver: dat thema komt vaak terug bij de belezen Maarten ’t Hart: Michel Montignac: telkens hetzelfde boek onder een andere titel, priesters preken telkens hetzelfde verhaal, enzovoorts enzovoorts. Mensen doen na hun 30ste continu hetzelfde onder een andere titel ?! Oude wijn in nieuwe zakken. Bij Maarten ‘Hart blijft die wijn prima smaken).

Bij Van Peursen heb ik zelfs een jaar lang een werkgroep fenomenologie gedaan waarbij we de geschriften van Husserl uitputtend hebben bestudeerd. Met afgrijzen kijk ik inmiddels op die tijdverspilling terug. Niets heb ik van dat alles opgestoken. De enige les die ik geleerd heb is: wijsbegeerte en wartaal beginnen met dezelfde letter, net als filosofie en flauwekul.

De ethica Heleen Dupuis (vvd) ijvert ervoor dat wijsbegeerte als leervak zal worden ingevoerd op de middelbare scholen. Dat god zulks toch alstublieft verhoede (toch weer de achtergrond van maarten t hart, leg de verantwoordelijkheid daarvoor bij god).
We moeten juist precies het tegenovergestelde doen: wijsbegeerte radicaal afschaffen aan de universiteiten. Eén student filosofie kost de gemeenschap 100.000 EUR per jaar. Weggesmeten geld, tenzij je je praatjes kunt verkopen aan een adviesbureau. Vlotte en snelle praatjesmakers zullen het altijd wel goed blijven doen.

De Amerikaanse natuurkundige en Nobelprijswinnaar Steven Weinberg heeft onlangs een boek gepubliceerd, “Dreams of a Final Theory”, waarin een hoofdstuk te vinden is met de titel “Against Philosphy”. In dat hoofdstuk betoogt Weinberg dat wijsbegeerte gevaarlijk en schadelijk is, geborneerdheid in de hand werkt, vooroordelen aanmaakt en de voortgang van het wetenschappelijk onderzoek belemmert.
Zijn collega John Bahcall heeft venijnig opgemerkt: “Filosofie is de discipline waarin men een heleboel stof doet opwaaien en men vervolgens klaagt dat men niets kan zien. Dat is een mening die door veel geleerden gedeeld wordt.”
Kant was een nare anti-semiet. Descartes heeft wetenschappelijke ontwikkeling eerder tegengewerkt dan bevorderd. Fenomenologie komt na 5000 bladzijdes tot de verbijsterende ontdekking dat wij “in-de-wereld-zijn”. Triviale streepjesfilosofie met zeer beperkte houdbaarheid; de filosofen van tien jaar geleden worden niet meer gelezen en zijn vervangen door andere schreeuwerige praatjesmakers.

Wat mij een beetje tegenvalt van de architect is dat hij, toen de tuiten van de brug gingen zwiepen, zich op het toilet opsloot en niets wou zeggen. Van de wijsgeren die hij heeft gelezen had hij de vrijmoedigheid moeten leren om ook in tijden van nood iedereen onverschrokken te woord te staan. Op dat punt hebben filosofen nooit versaagd. Ze hebben hun wartaal altijd van de daken geroepen.

Klik

En nu in het bovenstaande verhaal/column “filosofen” vervangen door “politici”, juristen, ambtenaren, staf medewerkers, bedrijfsdoden. 
Soms denk ik wel eens dat het bovengenoemde verhaal voor alles en nagenoeg iedereen opgaat: sociologie, psychologie, politicologie, politiek, godsdienst, economie, ambtenaren, overheid, grote bedrijven, “management goeroes”, werknemers, werkgevers, mensen. Geleuter. Klets. Gezwam in de ruimte.

Rapport met ad vies, mcKinsey

Elke dag worden we verrijkt met een aantal controversiële onderwerpen. Wie daar verstand van heeft en er iets over zegt, loopt vanuit de organisatie of het bedrijf waar hij/zij werkt het risico ontslagen te worden.
We verbieden elkaar steeds vaker de hersens te gebruiken en besteden de boel uit aan interim-managers en organisatie-advizeurs. Incompetente juristen en dito “leidinggevenden” kunnen zelf geen deugdelijk besluit nemen, maar laten dat liever aan de rechter of een ander over, die helemaal niet bevoegd is om een besluit te nemen. Ongetwijfeld verrichten zulke mensen buitengewoon nuttige arbeid, maar soms vraag ik me af of al die (krijtjes)pakken en vette lease-auto’s wel nodig zijn. Zo zijn er universiteiten die jarenlang voor enkele duizenden guldens per dag interim-managers inhuren, terwijl zij in eigen gelederen personeel hebben dat zulke mensen opleidt.

Toen ik onlangs mijn olie lekkende motorfiets wilde starten, bleek een vriendelijke geest verdere bodemvervuiling te hebben willen voorkomen door wat papieren onder het blok te leggen. Op weg naar de afvalbak viel mijn oog op de woorden McKinsey and Company, en de titel: “Herwinnen van aantrekkingskracht door versterking van televisieprogrammering; hoofdelementen voor een meerjarenplan van de Nederlandse publieke omroep”.
Het stuk telt veertien pagina’s, die grotendeels blanco zijn, maar volgens een bijgeschreven memo heeft het twee miljoen gulden (1990 geschreven, inmiddels is dat hetzelfde bedrag in EUR) opgebracht. Dat moet dus een onvoorstelbaar knap verhaal zijn. Gauw naar de portier van een omroep brengen. Nee, natuurlijk niet, je kunt een arbeider niet zo maar een intellectueel rapport geven. Zelf bewaren en lezen dus:

“Om in de toekomst haar bestaansrecht waar te maken” Wat is dat nou ? Slecht taalgebruik in de eerste zin ? Kan McKinsey voor vier mille per dag of daaromtrent niet eens Nederlands schrijven ? Je hebt bestaansrecht of je maakt je waar. Pleonasme, net zoals “overnieuw”. Foutief Nederlands ! Het is “opnieuw” of “over”. Overnieuw is geen goed Nederlands, dames en heren. Maar goed, wat valt er waar te maken ?

“De publieke omroep heeft een rijke historie, maar gaat tenzij drastisch wordt ingegrepen een arme toekomst tegemoet. RTL-4 heeft één jaar na zijn start al meer kijkers dan ieder van de publieke zenders en de opmars van de commerciële televisie lijkt nog niet ten einde (…). Als niet snel opgetreden wordt, zal dit tot een onacceptabele verdere verschraling van het programma-aanbod leiden.”
Nou, en ? Wat moeten we met al dat operatiebloed, het geklets over taboes en mensen die god gevonden of gezien hebben bij de EO ? En was Willem I niet onze koning-koopman, en Lubbers naar eigen zeggen minister-ondernemer ? Als de verzuilde zooi in dit land geen kijkers meer trekt, dan heft de boel zichzelf gewoon op.

Maar ja, McKinsey moet voor twee miljoen pietermannen nog dertien pagina’s vollullen, dus dat gaat zomaar niet. Met behulp van “pakkend Nederlands drama, spraakmakende actualiteitenrubrieken en identiteitsprogramma’s van hoog journalistiek niveau (wat in de lieve vrede zijn identiteitsprogramma’s ? wat is een hoog journalistiek niveau ? Hoe meet je zoiets ? Waarderingscijfers ? ) kan een positieve en herkenbare profilering bereikt worden ten opzichte van commerciële televisie”.

En hoe dan wel ? “Het streven moet zijn om een zodanig evenwichtige programmamix te bereiken dat op elk tijdstip publiekssegmenten bereikt worden die variëren qua omvang en interessegebieden. Zie schema B”.
Wat is dat nou ? Schema B bestaat uit een soort asperges, opgebouwd uit “programmatische versterkingen”. Daar moeten we meer van weten.
“Door vergaande structurele samenwerking en coördinatie tussen de zendgemachtigden wordt de weg naar sterkere programmering geopend en kunnen de hiervoor benodigde middelen structureel worden vrijgemaakt”. Godallemachtig, na zes keer lezen snap ik het nog niet, maar zie schema C.

Wij bedienen ons van onder andere de volgende middelen. Meerjarenplanning/informatiesystemen, regelmatige terugkoppeling/bijsturing, bredere invulling programma mix, kostenreductie uitzendproces, aantrekkelijk maken van fusies, verschuiven van cursussen en minderhedenzendtijd (naar momenten waarop het Neerlands bloed in z’n nest ligt), en natuurlijk: effectievere inning omroepbijdragen. Ja, als je zo’n bureau in de arm neemt, zul je wel moeten.
En hoe gaan wij dat organiseren ? Zie schema D.
“RANDVOORWAARDE: aanscherping van programmavoorschrift per hoofdtijdvak”. Snap ik ook al niet. Zie schema E. Weer een partij asperges, maar nu naar beneden wijzend. Er dreigt een financieel tekort ! Wat doen we daaraan ? Zie schema F: “Toevluchtsmogelijkheden”. De minister van W(V)C gelieve tweehonderd miljoen te betalen, en de omroepbijdrage moet omhoog.

Natuurlijk, wat McKinsey heeft durven afleveren is schaamteloze fleuteldreut, maar eerlijk is eerlijk: elke organisatie krijgt de adviseurs die zij verdient. Elke organisatie krijgt advizeurs die eraan verdienen.

Dit is geschreven in 1990 door Piet Vroon.


Verschrijver 2007:

Elk land krijgt de premier die het verdient: “we hebben geïnvesteerd in het denken over de toekomst en die is ons buitengewoon goed bevallen”, aldus jantje petertje bakellende, lijder van het christelijk appél op 6 januari 2007 in de Volkskrant.

“Er is sprake van voldoende gemeenschappelijkheid. Nu is het de vraag of er genoeg passie is om een duidelijke missie te formuleren.” André Rouvoet, leider ChristenUnie.

“We wilden de diepte ingaan en dat is gelukt.” Herman Wijffels.

Ik wens u succes bij uw speleologische activiteiten.

Klik

Sinds 1992 heb ik zo’n zeventien rapporten van Berenschot en McKinsey gelezen. Telkens weer dezelfde schaamteloze fleuteldreut. Vaak kreeg ik het idee dat er een basisexemplaar klaar lag en dat er een andere provincie- , gemeente-, bedrijfsonderdelen-, overheidsdirectie-, what-have-you-naam werd ingevuld.
Nota bene de parallel met voorgaande artikelen “kwaliteit” van Ronald Plasterk en “is Kant riskant ?” van Maarten ’t Hart. Het bovenstaande geldt : overal dezelfde lulkoek en kutsmoezen. 

Sinds 2002 lees ik die rapporten nauwelijks meer, heel soms de samenvatting en dan zie ik meteen dat er sinds 1990 bijzonder weinig veranderd is. Veel mensen “kicken” op het berenschot en mc kinsey logo. Soms gaan de geldkranen daardoor wijder open en kunnen ze weer meer personeel werven/aannemen. Hoera, weer een trapje hoger op de jacobsladder.

dinsdag 8 april 2025

Don druiperrie issie voorrie mannie gefolgie van overallie in hangie

 Strepy anubie 

“Vind ik helemaal niet leuk dat jij me de hele tijd hoogepeen noemt (kijkie me tochie bosie 🙀😱) .. stel je voor dat ik jou steeds van peenendaal noem !” 

“Oh, dat vind ik wel leuk !” en ik schoot flink in de lach

Doordat ik zo ijdel met mezelf bezig ben zie ik pas aan het einde van het uur dat dat schitterende jonge meisje, dame, van rond de 20 jaar er weer was, voor de tweede keer gezien en lievere Aska look a like was er ook .. zelfs daar niet echt naar gekeken, zo met mezelf Evelina Margalith Stella Wendy bezig, wat zijn ze toch ongelooflijk mooi en dan ook zo stoer (gemeen : met dat uiterlijk en gestel kan ik het ook .. want ook zonder zo’n knap uiterlijk en lichaam zijn ze de top) ?? .. en die 8 andere mooie sportieve stoere dames, 1 leek op een jonge stella evelina. 

Zou wel eens weer een relatie met zo iemand als hierboven en hier onder positief genoemd willen, een Astrid >> intelligenter, slimmer, knapper dan ik maar me toch tolereren omdat ik door ze van een 6 naar een 8 ga en zij worden en zijn van een 10 een 10+ of een 9,8.

Tjezis, mijn linker bovenbeen en linker kuit zijn qua omtrek bijna 1 centimeter groter dan mijn rechter bovenbeen en kuit ! 

Kenhelemalie niksie schelie, waar blijfie kalkoenie ? 

Ik ben stommer maar ook slimmer geworden de afgelopen 6 jaar, bij die sollicitatie het belangrijkste zo snel lezen dat je het vergeet of zoiets en dat ik mijn AXA wielslot van de fiets wilde halen, vind dat een rot slot, en toen had ik gemeten dat ik dan de band leeg moest laten lopen en dat had ik er niet voor over .. een maand later haal of schroef ik het slot er helemaal af om na 10 minuten werk te constateren dat ik dan de band leeg moet laten lopen en dat ik dat er niet voor over heb .. en het wordt me teveel een egotrip, maar ja, solo is ook leuk 😻 

Niet of veel minder als je totaal verwaande verrotte doodsheid en slechtheid ziet, leest, hoort of mee maakt :

  • USThe Daily Beast

    Trump Border Czar’s Neighbors Released From ICE Custody After Uproar

    A woman and her three children have been released from ICE custody after protests rocked the small New York town where President Donald Trump’s border czar lives. Officers from Immigration and Customs Enforcement had detained the woman and her kids—who are in third, 10th, and 11th grade—on March 27 as part of an unrelated criminal case and sent them to a federal lockup in Texas. Their arrests “shocked” the tight-knit community of Sackets Harbor, a town of 1,450 people on the eastern shore of Lak

    4582 min read

  • Trump Border Czar’s Neighbors Released From ICE Custody After Uproar

     
  • A woman and her three children have been released from ICE custody after protests rocked the small New York town where President Donald Trump’s border czar lives.

    Officers from Immigration and Customs Enforcement had detained the woman and her kids—who are in third, 10th, and 11th grade—on March 27 as part of an unrelated criminal case and sent them to a federal lockup in Texas.

    Their arrests “shocked” the tight-knit community of Sackets Harbor, a town of 1,450 people on the eastern shore of Lake Ontario where border czar Tom Homan has a home, the children’s principal wrote in a viral social media post.

    Protesters gathered outside Homan’s house, and about 1,000 people marched in a rally Saturday demanding the family be brought home.

  • Zo'n gore klootzak tom homan en alle hieronder negatief genoemden 1 tot 4 jaar opsluiten in een akelige cel .. adolf hitler werd er alleen maar slechter en moordender van, gevangenis wegens moord tijdens de bier keller putsch, waar strontje greetje wilders zo'n nare imitatie van gaf in een haags café, smerige stupide mammonkanker lijer met je rottende schijtkop, net barbara van de griend met dat laffe rattemuizebekkie, zij is meer stiekem, achterbaks, laf, ijdel, vals, verwaand, verrot en doods, het viezige miezerige sstrontje van hol land

A la recherche du temps perdu .. op zoek naar de verloren tijd .. het is voltooid verleden tijd waarin ik lelijke rotkop barbara van de griend gekromd over wetten en jurisprudentie ijdel verwaand verrot doods smerig stupide 'bezig' zag en dat zal en wil ik nooit meer terug zien, die laffe liegende mammon kanker ijdeltuit met dat calimero huichelbekkie en idem dito prutswerkjes .. nu die ellendelingen van greet wilders, yesilgoz, van der plas, faber, agema, klever, trumpoetin, erdogan, orban, le pen, netanyahu, kim, xi ping en zo voorts zien en erover lezen is deprimerend genoeg

Ja, dat die barbara van de griend en alle andere betrokkenen zoals gluiperig gelovig schijtbekkie careltje haeften en dat net zo gore smerige stupide verwaande verrotte doodse lll ouwe wijfje krrrrrengetje van de Savornin lohmanlaan 222 echt bestaan, zulke vieze mieze minne mammonkanker nsb vvd ss bruinhemden kotsskankerkoppies met huichelbekkies, net zoals al die vrouwe lijke “rechters” en om en fivoor bv die bij mijn zaak en die van Inez Weski betrokken waren, 4 jaar cel minimaal voor die dood zieke rottende lll vvd ss kotsskankerkrengen, 🧟‍♀️☠️🤮🤮🤮🤮, crepeer pijn lijk, verlossing voor de wereld .. zulke besmette lijke mammon kanker, net trumpoetin schippersrutte yesilgozwilders orbanerdogan kimxiping neeterbraaksmavandegriend teevenverdonk 🧟‍♀️🧟‍♀️☠️☠️🤮🤮







Proust: “ik had me er rekenschap van gegeven dat alleen de lompe, oppervlakkige en onjuiste manier van waarnemen alles in het uiterlijke legt, terwijl alles in de geest berust.” Toch was Proust een uitermate scherp observator en is door hem de werkelijkheid tot stoorzender geworden omdat deze zo goed doorkomt, zo goed beschreven is. Dat Proust een goed observator was blijkt uit het feit dat altijd over hem werd verteld dat hij zo bijzonder goed anderen kon 


Nooit gelezen, ook omdat de lerares Frans, mevrouw van Wunnik, moeder van vriend Lucas, zei dat dat moeilijk en onleesbaar was .. wel met plezier Maarten 't Hart over Proust en anderen gelezen. 

maandag 7 april 2025

Maar Sting heeft gelijk, ook alles erom heen is een lichte vorm van vrijen, ik vond elke dag en elk weekeinde met Astrid een feest .. en week in week uit samen wonen teveel van het goede ? Een feest want ze is gul met liefde en een warme respectvolle mooie knappe intelligente slimme sexy dame zoals andere positief genoemden

 Twee knappe dames die rechtsbenig zijn, dus standbeen links, deden met het been rechts voor de yoga/fitness oefening beter dan met het linker been voor, het zag er beter uit en makkelijker ..

Bij mij omgedraaid ..en mijn linker bovenbeen is 0,4 cm breder qua omvang dan de rechter, kuit vermoedelijk 0,2 cm, linker is mijn standbeen, dus meer de last of het gewicht dragen (en dus gespierder) als ik voetbal en zo .. Prachtig jong meisje van rond de 20, ook daar krijg ik een schok van net zoals bijna perfec(tionist)e Aska look a like (met vriend) solo danst, tussen 32 en 40 jaar, wow .. en Ivana prachtig gekleed als ballerina yoga, ze liet groen rode tulpen zien die ze gekregen had, zo was ze ook gekleed, felgroen en felrood strak, mooi hoor !  

Alsie ikkie nouwie onderrie kinnie krabbellie gaatie jeukie weggie 

Strepy 

trump : a new target for his mass deportations, us citizens such as hating greedy melania trump, the border czar, corrupt conceited musk, bezos exxon mobil ceo's and other narcistic nazi 1984 animal farm pigss oligarchs 

vvd ss : verwaande verrotte verstarde (verzuurde) valse doodse stiekeme smerige stupiden. lll : liegende laffe le lijken vcccccccccc : vain conceited conformist complacent conservative corrupt collaborating chained coward cackling chicken, competing in greedy possessive selfish secretive senseless stupidity .. hebben mutsen (m/v) niets beters te doen met dat lege laffe valse schone schijn(heilige) ijdele vvd ss ccccccccc leventje ? Nee, wat erin zit komt eruit en dat is slecht en wordt steeds slechter en rotter bij trump, poetin, hitler, stalin, barbara van de griend, martha neeter braaksma, edith schippers, greet wilders, mark rutte, dilan yesilgoz, marjolein sonnema .. secrecy is the weapon of a dictatorship, openness the weapon of a true (non corporate) democracy (quote niels bohr & albert einstein).. vvgss mens, vrijheid-, vredelievende gelijkwaardige sociaal solidaire mensdier .. www.doorbraak.eu

Push unchained non possessive love, equality, solidarity, kindness, compassion, understanding, empathy, consideration and real freedom into the system, it's the only way to survive, https://sjaakswart.blogspot.com/search?updated-max=2024-10-25T03:33:00-07:00&max-results=7&start=6&by-date=false&m=0    


trump exposes own kindergarten level understanding of economics with tariffs and mass deportation  





Mooi, ik ben modern ! En eens dat het iets te lang is met bovendien herhaling. Groet ! 

Verstuurd vanaf mijn iPhone

Op 2 apr 2025 om 10:23 heeft Eline Hoogeveen <eline.hoogeveen@hotmail.com> het volgende geschreven:
Mooi ! Ik vind hem iets te lang

En die subtitels met bullet points eronder is heel erg chat gpt erig (weet jij misschien niet want niet veel gebruikt?) dus ik denk misschien dat ze vermoeden dat i.i.g. de tweede helft ahv AI is geschreven. :o 

Op 2 apr 2025 om 08:13 heeft menno van veenendaal <menno.vanveenendaal@hotmail.com> het volgende geschreven:
aan keesvanveenendaal en eline hoogeveen

Zo is het geworden, dank voor de hulp, ik ben er blij mee ! 

Van: menno van veenendaal <menno.vanveenendaal@hotmail.com>
Verzonden: woensdag 2 april 2025 08:12
Aan:  DGMI 
Onderwerp: voorbereiding sollicitatiegesprek milieubeleid Caribisch Nederland
Hieronder probeer ik samengevat weer te geven hoe ik zou beginnen aan de functie om de ecosystemen te beschermen op Caribisch Nederland en de milieudoelen te realiseren uit het Natuur en milieubeleidsplan op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Volgens de functie omschrijving gaat het vooral om afvalbeheer en het vergunningenstelsel, toezicht en handhaving (vth) (en in het verlengde daarvan circulaire economie, duurzame ontwikkeling en financiering). Heb dit opgesteld ter voorbereiding op het sollicitatiegesprek. 


  1.  Eerste reactie bij het lezen van de vacature tekst en mijn vragen daarbij

 

In 2022 had ik veel belangstelling voor een functie als milieumedewerker op Bonaire en toen bleek dat deze bijzondere gemeente Bonaire 2 vrom-milieumedewerkers had en dat het bedrijvenbestand bestond uit de havenbedrijven, visserij, landbouw, toerisme en zeezoutwinning. Ook viel de schrijnenede armoede op voor een groot deel van de bevolking en de samenhang van armoede met milieuproblematiek is bekend.  


Tijdens een vakantie bezoek aan Sint Maarten rond 2015 leek het Franse gedeelte van het eiland "milieu bewuster en schoner" dan het Nederlandse gedeelte en het naburige Britse Anguilla zag er weer heel anders uit en was ook minder bevolkt. Zijn er goede voorbeelden van eilanden waar het afval(water)beheer en het vth stelsel optimaal functioneren of dat een en ander ook zonder vth stelsel goed functioneert, bijvoorbeeld de implementatie van milieuregels voor lokale bedrijven met een beloningssysteem in plaats van afstraffing. Moeten er extra milieuregels ingevoerd worden voor lokale kleinschalige bedrijven als deze bedrijven toch al milieubewust werken, los je met (meer) regels problemen op ? 


Bij de Algemene Maatregel van Bestuur tuinbouwbedrijven in 1993-1996 (ik was toen bij de gemeente Monster - Westand werkzaam) werden bestaande voorschriften in de milieuvergunning verwoord voor alle tuinbouwbedrijven. De beheerders van de tuinbouwbedrijven keken niet zozeer naar de regels, wel hoe de beste tuinbouwbedrijven het deden met zo min mogelijk milieu overlast, ook vanwege de continuïteit, variërend van het gebruik maken van zo min mogelijk (giftige) bestrijdingsmiddelen tot het zuinig omgaan met energie. Kan het versterken van het systeem van vergunningen, toezicht en handhaving werken als middel om de milieudoelen te halen ?  In overleg met de inspecteur - miieu medewerker kunnen bedrijven beter functioneren, waarbij zoals gezegd goede voorbeelden en belonen beter werken dan handhaven. 


Eerst een inventarisatie en analyse maken van het bedrijven bestand op de drie eilanden. Alle objectieve (milieu) inspecteurs-medewerkers waarmee ik sprak in Nederland willen liever voorkomen dan genezen, liever preventief optreden dan repressief en dat moet zeker het geval zijn op de kleinschalige BES eilanden waar men elkaar kent.


  1. Hoe zou ik de functie vorm willen geven na het lezen van de wet vrom bes, het natuur en milieu beleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 (NMP CN) en het ILT rapport

Als beleidsmedewerker Caribisch gebied wil ik een actieve bijdrage leveren aan het verbeteren van het stelsel voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zoals aanbevolen in het rapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Dit rapport benadrukt de tekortkomingen in de uitvoering van VTH-taken en de noodzaak om de capaciteit en efficiëntie van VTH op de eilanden te verbeteren. Graag wil ik het lokale VTH systeem en samenwerking met betrokken partners waar nodig diplomatiek verbeteren (niet als een olifant in een porcelein kast, ook op de bes eilanden heeft men sinds 1980 oog voor het milieu in samenwerking met Nederland), zodat we het milieubeleid effectief kunnen implementeren en de bescherming van de kwetsbare ecosystemen kunnen waarborgen.
Bij de start van deze functie zal ik mij allereerst richten op het doorgronden van het huidige systeem van afvalbeheer en het vergunningenstelsel, toezicht en handhaving (VTH) op de eilanden. Dit proces zal beginnen met het bestuderen van bestaande documenten en het aanvullen van kennisleemtes door gesprekken met lokale stakeholders, DGM(I), de ILT, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken om een duidelijk overzicht van de huidige situatie te krijgen. De bevindingen zullen worden gebruikt om de belangrijkste knelpunten te identificeren, zoals het gebrek aan digitale systemen, het tekort aan (gekwalificeerde) medewerkers en de problemen met toezicht en handhaving bij bedrijven en natuurbeheer. Na deze inventarisatie volgt een gedetailleerde analyse, waarbij de huidige situatie wordt vergeleken met de NMP CN doelstellingen. Dan kunnen concrete verbetermaatregelen geformuleerd worden, die breed gedragen kunnen worden door alle betrokken partijen, in het bijzonder de mensen op de BES-eilanden, rekening houdend met de verschillen (Bonaire, ongeveer 25.000 inwoners, 288 km2, problemen met afvalwater en koraalriffen, erosie, loslopende dieren bij landbouw (echt een probleem ?) en sargassum (bruin zeewier). Saba ongeveer 2060 inwoners, 13 km2, 14 kilometer weg, loslopende geiten en erosie, herbebossing, verwerking vast afval, herstel koraalriffen. Sint Eustatius, 3100 inwoners, 21 km2, regenwater vasthouden, sedimentatie koraalriffen, stoppen met het lozen van vervuild afvalwater, loslopende dieren vermijden en herbebossing om erosie te voorkomen). 
1. Inventariseren van de huidige situatie en analyseren van knelpunten
Mijn eerste stap zal zijn om de huidige situatie op de drie eilanden grondig in kaart te brengen. Dit betekent dat ik in gesprek ga met lokale collega’s en andere stakeholders om te begrijpen hoe het huidige VTH-systeem en afval(water)beheer functioneren. De knelpunten uit het ILT-rapport, zoals het gebrek aan digitale systemen, onvoldoende personeel en het ontbreken van effectief toezicht, zullen centraal staan in deze analyse. In samenwerking met de lokale overheid en partners zoals de ILT en Rijkswaterstaat zal ik de situatie verder onderzoeken en plannen voor veranderingen formuleren, rekening houdend met (politieke) gevoeligheid op de eilanden en de mensen die het moeten doen. Om dat laatste helder te krijgen lijkt het mij wel goed om 2 weken tot een maand ook op de eilanden zelf gesprekken te hebben en de praktijk te zien - mee te maken, bijvoorbeeld in mei/juni en mogelijk november, december en januari op de BES eilanden te zijn.  
2. Verbeteren van de capaciteit binnen de lokale overheden
Een belangrijke aanbeveling uit het ILT-rapport is de versterking van de capaciteit van de lokale overheden op de eilanden. Dit betekent actief initiatieven nemen om vacatures voor VTH-rollen in te vullen, zodat de noodzakelijke expertise beschikbaar komt voor vergunningverlening en toezicht. Of misschien op zoek gaan naar alternatieven, bijvoorbeeld een preventief melding en controle systeem, waarbij slechts opgetreden wordt als het vermoeden bestaat dat milieuregels geschonden (gaan) worden met duidelijk negatieve gevolgen. Ook zou ik in samenwerking ervoor willen zorgen dat de lokale overheden de benodigde middelen en training krijgen om de taken zo effectief en efficiënt mogelijk uit te voeren, bijvoorbeeld door samenwerking met omgevingsdiensten uit Europees Nederland, die waardevolle kennis en ervaring kunnen inbrengen.
3. Implementeren van digitale systemen voor vergunningverlening en toezicht en verbeteren
Gezien het gebrek aan digitale systemen wil ik samenwerken met IT-experts om een digitaal platform te ontwikkelen dat het proces van vergunningverlening en toezicht vereenvoudigt en ook zoeken naar bovengenoemde alternatieven. Zo'n platform zal bijdragen aan meer transparantie en efficiëntie en het zal de lokale autoriteiten in staat stellen de VTH-taken effectiever uit te voeren. Het systeem zal specifiek afgestemd zijn op de behoeften van Caribisch Nederland en moet eenvoudig toegankelijk zijn voor zowel lokale overheden als bedrijven. En continu de vraag stellen, levert het milieu rendement op, is er een meerwaarde en maak vooral gebruik van de bestaande en opgebouwde kennis op de eilanden. 
Zoals eerder gezegd is preventie effectiever dan repressie, bijvoorbeeld via een actieve benadering van toezicht en handhaving. Dit betekent niet alleen het uitvoeren van controles en inspecties, maar ook het actief samenwerken met bedrijven en de lokale gemeenschap door abstracte regelgeving te vertalen naar begrijpelijke taal. Door voorlichtingscampagnes en training kan ervoor gezorgd worden dat milieuregels breed gedragen worden en effectief of "op natuurlijke wijze" nageleefd worden. 
4. Langetermijnvisie voor VTH of alternatieven op de BES-eilanden en socio-economische factoren
Naast de korte-termijnmaatregelen wil ik een langetermijnvisie voor het VTH-systeem of alternatieven van toezicht en handhaving voor de eilanden ontwikkelen. Dit houdt in dat de milieuwetgeving en de praktische uitvoering continu verbeterd kunnen worden, zoals het bijwerken van verouderde regelgeving en beleidsaanpassingen op basis van nieuw inzicht. De samenwerking en het incorporeren of het eigen maken van de milieu factor zal essentieel zijn om het VTH-systeem of een meer zelf regulerend alternatief van melding en controle verder te optimaliseren.
Tijdens mijn eerdere interesse voor een functie als milieumedewerker op Bonaire (2022) ontdekte ik dat er weinig milieumedewerkers actief zijn op het eiland en dat het bedrijvenbestand voornamelijk bestaat uit havenbedrijven, visserij, toerisme en natuurlijke zoutwinning. Daarnaast was er sprake van armoede bij een deel van de bevolking. Deze sociaaleconomische factoren moeten meegenomen worden in de (systeem) analyse, omdat milieubeleid niet losstaat van de bredere context van economische en sociale ontwikkeling. Dus waar mogelijk milieumaatregelen koppelen aan sociaal - economische verbeteringen, afval(water) in de zee betekent minder vissen, stervend koraal minder of geen toerisme en een blijvend milieubewuste bedrijvigheid kan dit voorkomen. Duurzaam afvalbeheer kan de lokale economie ondersteunen door mogelijk nieuwe werkgelegenheid in de circulaire sector, terwijl de ecologische voetafdruk vermindert; dit klinkt nu nog abstract, graag wil ik naar eilanden kijken die hiermee succesvol zijn, via overleg en contact met DGM(I) mogelijkheden en oplossingen onderzoeken liefst met goede voorbeelden. 
5. Afval(water)beheer, circulaire economie, en innovatieve oplossingen

Een belangrijk onderdeel van het beleid is het verbeteren van het afvalbeheer op de eilanden en het bevorderen van de circulaire economie. Dit houdt in:
  • Het verminderen van de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt, bijvoorbeeld door hergebruik en recycling te stimuleren.
  • Het ontwikkelen van een robuust afvalinzamelingssysteem, met bijzondere aandacht voor het beheer van gevaarlijk afval zoals batterijen en olie.
  • Het verbeteren van de infrastructuur voor afvalverwerking en recycling, en het creëren van bewustwording over afvalvermindering onder de lokale bevolking.
  • Het bevorderen van initiatieven die zorgen voor een duurzamere omgang met natuurlijke hulpbronnen, zoals water en energie.
Wat betreft afvalbeheer wil ik hiernaast met DGM en lokaal de mogelijkheden voor circulaire economie onderzoeken, specifiek afgestemd op de eilandcontext. Tijdens mijn bezoek aan Bonaire in 2016 viel op dat het afvalbeheersysteem redelijk goed werkt met ruimte voor verduurzaming. Dit vereist overleg met lokale belanghebbenden en een vergelijking met andere eilanden die succesvolle circulaire systemen hebben geïmplementeerd. Ik wil leren van best practices van eilanden (Japanse kleine eilanden ?) en ook de verschillen in milieubewustzijn tussen het Franse en Nederlandse gedeelte van Sint Maarten en het naburige Anguilla onderzoeken. Dit kan waardevolle inzichten opleveren voor het ontwikkelen van circulaire oplossingen die passen bij de unieke kenmerken van Caribisch Nederland.

De Wet Vrom BES heeft verschillende doelstellingen met betrekking tot afvalbeheer. Het hoofddoel is om het afvalbeheer op de eilanden zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk te organiseren, met een focus op het voorkomen van verontreiniging van het milieu door afval. Enkele belangrijke doelen zijn:
  • Het bevorderen van afvalpreventie door het beperken van de hoeveelheid geproduceerd afval en het stimuleren van hergebruik en recycling.
  • Het verbeteren van de afvalinzameling op de eilanden, zodat afval op een efficiënte manier kan worden verzameld, vervoerd en verwerkt.
  • Het zorgen voor een goede verwerkingscapaciteit voor afval, met inbegrip van de verwerking van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval.
  • Het versterken van de wet- en regelgeving voor afvalbeheer, zodat bedrijven en inwoners zich aan de richtlijnen voor afvalbeheer houden (houden mensen zich aan richtlijnen door het versterken van de wet- en regelgeing ? Volgens mij niet, communicatie en voorlichting werken wel).
Duurzame ontwikkeling gaat hand in hand met het versterken van de lokale economie. Het NMP CN richt zich op het bevorderen van duurzame economische activiteiten die de milieudoelen ondersteunen, zoals:
  • Het stimuleren van duurzaam toerisme dat de natuurlijke schoonheid van de eilanden benut zonder schade aan te richten.
  • Het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken en het ondersteunen van lokale bedrijven die bijdragen aan milieubescherming.
  • Het versterken van de capaciteit van lokale bedrijven om duurzaam te opereren en tegelijkertijd economische groei te bevorderen.

Graag wil ik tijdens het sollicitatiegesprek het bovenstaande bespreken, of ik het zo goed zie. Dat de functie het praktisch en beleidsmatig verantwoord de aanbevelingen uit het ILT-rapport uitwerken betekent, waarbij de nadruk ligt op samenwerking, capaciteit, preventie en de integratie van socio-economische factoren in het milieubeleid voor de BES-eilanden. Een geïntegreerde benadering die duurzaamheid, samenwerking en preventie centraal stelt met haalbare en realistische milieudoelen voor alle betrokken partijen. 

Deze had ik haastig overheen gelezen, helaas, sloom stupide van me 

Ja, ik ben bekend met het rapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) over vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in Caribisch Nederland. In juni 2023 publiceerde de ILT een onderzoek naar de uitvoering van VTH-taken met betrekking tot bouwen, milieu en natuur op de BES-eilanden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen.Inspectie Leefomgeving en Transport+2Inspectie Leefomgeving en Transport+2Rijksdienst Caribisch Nederland+2Rijksoverheid+3Inspectie Leefomgeving en Transport+3Inspectie Leefomgeving en Transport+3

Belangrijkste bevindingen:

Oorzaken van tekortkomingen:

  • Personeel en organisatie: Er is een tekort aan gekwalificeerd personeel voor vergunningverlening en toezicht. Vacatures blijven onvervuld, wat de uitvoering belemmert.

  • Middelen en processen: Het ontbreken van digitale systemen en een gebrek aan sturing en planning belemmeren een effectieve uitvoering van VTH-taken.Rijksoverheid+3Inspectie Leefomgeving en Transport+3Rijksdienst Caribisch Nederland+3

  • Cultuur en bestuurlijke invloed: Directe sturing op dagelijkse werkzaamheden zonder duidelijke prioriteiten en planning leidt tot inefficiëntie.

  • Betrokkenheid van het Rijk: Er is beperkte ondersteuning vanuit het Rijk bij het VTH-proces, wat de effectiviteit van uitvoering belemmert.Inspectie Leefomgeving en Transport

Aanbevelingen:

  1. Overdracht van VTH-taken aan omgevingsdiensten: Breng de uitvoering van VTH-taken onder bij bestaande omgevingsdiensten in Europees Nederland om kennis en continuïteit te waarborgen. Het OLB behoudt bevoegdheden, maar de uitvoering wordt gemandateerd aan de omgevingsdienst.Inspectie Leefomgeving en Transport+1Rijksdienst Caribisch Nederland+1Tweede Kamer+1Inspectie Leefomgeving en Transport+1

  2. Verbeteringen binnen lokale overheden: Los knelpunten binnen de ambtelijke organisatie aan, zoals het invullen van vacatures en het implementeren van digitale systemen voor VTH. Stel jaarlijkse prioriteiten en werk met concrete planningen.Inspectie Leefomgeving en Transport

  3. Actualisatie wet- en regelgeving: Werk samen met het Rijk om actuele en adequate wet- en regelgeving te ontwikkelen voor bouwen, milieu en natuur. Evalueer bestaande verordeningen en pas deze aan waar nodig.Rijksdienst Caribisch Nederland+2Inspectie Leefomgeving en Transport+2Inspectie Leefomgeving en Transport+2

Deze aanbevelingen zijn bedoeld om het VTH-stelsel op de BES-eilanden te versterken en zo bij te dragen aan een gezonde en veilige leefomgeving.